Module 4.

1. Het verhaal vinden

Samenvatting

Sommige mensen worden gek als ze moeten beslissen over het onderwerp of thema van hun verhaal. Jij bent waarschijnlijk niet een van hen, want het onderwerp ligt grotendeels vast: ‘immaterieel cultureel erfgoed’. Dat is je uitgangspunt. Vervolgens moet je beslissen wat je over dat onderwerp gaat vertellen (de plot), wat misschien lastiger is. Hiervoor moet je nadenken over waarom je juist over dit onderwerp wilt vertellen, wat het voor jou of de gemeenschap betekent, wanneer je die betekenis ontdekt hebt en waarom je juist nu over dit onderwerp wilt praten. Maar ook de verteller (één persoon of meerdere) en het perspectief (spreek je in de eerste of derde persoon?) van waaruit je het verhaal vertelt, verdienen je aandacht, omdat dit van invloed is op wat er wordt verteld en hoe. In dit hoofdstuk bespreken we de eerste stappen van het vormgeven van je verhaal; de stappen die je zullen helpen je verhaal te vinden.

Het onderwerp

Zoals vermeld in het tweede hoofdstuk van module één, zou de eerste vraag om je te helpen je onderwerp te definiëren kunnen zijn: wat doe ik of doet mijn gemeenschap, wat weet ik of wat viert mijn gemeenschap dat het verdient om erkend te worden als erfgoed, om precies te zijn, als immaterieel cultureel erfgoed?

Waarschijnlijk heb je deze vraag al beantwoord. Je bent immers gaan nadenken over digitale storytelling omdat jij en/of de mensen in de gemeenschap vinden dat een gebruik, recept, traditioneel ambacht of ander cultureel erfgoed meer erkenning verdient.

Het kan ook zijn dat iemand van buiten de gemeenschap met de gemeenschap wil samenwerken om erfgoed in kaart te brengen, vaak in de veronderstelling dat dit bestaat. In dat geval is er een voorafgaand proces, waarvoor methodologieën en richtlijnen zijn ontwikkeld die worden beschreven in module 1, ‘Identificatie en catalogisering van immaterieel cultureel erfgoed in plattelandsgebieden’, in hoofdstuk 4.

Wat te vertellen over het onderwerp

Alleen door het onderwerp van het verhaal te bepalen, heb je nog geen verhaal. Wat wil je over dit onderwerp vertellen? Om dit te bepalen, kun je jezelf vragen stellen als: wat betekent dit specifieke erfgoed voor mij persoonlijk? Op welk moment besefte ik deze betekenis? Waarom moet ik het verhaal nu vertellen? Wat valt er nog meer te vertellen over het erfgoed zelf (onderzoek!)? Bij het zoeken naar de antwoorden, of je dat nu individueel doet of in brainstormsessies met mensen uit je gemeenschap, raden we je aan om een mindmap of een affiniteitsdiagram of iets dergelijks te maken, op papier of online. Denk vrijuit en schrijf in deze vroege fase van het proces alles op wat je interessant vindt om in het verhaal te gebruiken. Probeer je interne redacteur uit te schakelen! Later, wanneer je deze ideeën hebt gegroepeerd en bewerkt, zullen ze je helpen om het verhaal samen te stellen.

Digitaal vertellen legt de nadruk op persoonlijke verhalen en individuele ervaringen, waarbij vaak gebruik wordt gemaakt van multimedia-elementen zoals tekst, beeld, audio en video om een boeiende en interactieve ervaring te creëren.

Wie vertelt het verhaal

Als je in een vroeg stadium beslist wie het verhaal gaat vertellen, helpt dat je bij het creëren van het verhaal. Wordt het verhaal verteld door één of door meer mensen uit je gemeenschap? Gaan mensen voor zichzelf spreken (in de eerste persoon) of wordt het verhaal verteld in de derde persoon, door een verteller buiten het verhaal? En zo ja, richt deze verteller zich dan op de gedachten en gevoelens van één specifiek personage, of kent hij/zij de gedachten en gevoelens van alle personages in het verhaal? Met andere woorden: wie wordt de verteller(s) en wat wordt het perspectief van de verteller? Houd in gedachten dat elk perspectief een ander niveau van intimiteit en afstand creëert, waardoor het publiek het verhaal kan beleven vanuit het directe, persoonlijke perspectief van de verteller of vanuit een meer afstandelijk, alwetend perspectief.

Beslissingen zoals de bovengenoemde neem je meestal samen met de mensen in de gemeenschap met wie je het culturele erfgoed deelt. Hoofdstuk 2 van module 2 (‘Samenwerkingsbeheer en betrokkenheid van de gemeenschap’) richt zich op het betrekken van de gemeenschap bij het nemen van dit soort beslissingen.

Er zijn een paar praktische aspecten waarmee je rekening moet houden, zoals de benodigde en beschikbare tijd, podcast of video (alleen audio of ook beeld?) en de beschikbaarheid van apparatuur en programma’s en vaardigheden of expertise om deze te gebruiken om een podcast of video te maken. Het is ook nuttig om na te denken over de stem en/of presentatie van de verteller(s). Je wilt het erfgoedverhaal immers op de best mogelijke manier presenteren, en mompelend door iemand die zich achter een sjaal verschuilt, helpt daar in ieder geval niet bij.

Ga naar de inhoud